The role that Paul Scholten assigns to conscience in his legal methodology still leads to heated discussions in literature after almost 100 years. Recognizing that in case law the conscience of the judge can be of decisive importance is apparently problematic. It would facilitate political court rulings, make judicial judgment uncontrollable and could be arbitrary for the parties to the legal dispute. Not only Scholten’s view on the role of conscience in judicial decision making is “a stumbling block”. At least as great is the fuss about his representation of conscience. Only Christian lawyers could identify with this. This article attempts to shed new light on the above points of criticism by drawing attention to the following aspects of Scholten’s legal methodology: the role of the facts in establishing the law, the nature of the legal judgment and finally the grounds on which conscience may be determined. |
Search result: 41 articles
Article |
|
Journal | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Issue 1 2021 |
Keywords | Geweten, feiten, Scholten, Kierkegaard, naastenliefde |
Authors | Jos Vleugel |
AbstractAuthor's information |
Article |
|
Journal | Family & Law, August 2019 |
Authors | Elise Blondeel MSc and prof. dr. Wendy De Bondt |
AbstractAuthor's information |
This article is part of a broader discussion about attaining a full-fledged child-friendly (criminal) justice. Attaining that goal is particularly challenging in cases of international parental abduction, due to the involvement of two branches of law. It is examined to what extent the current interaction guarantees a decision in the best interests of the child. More specifically, the implications of the adage le criminel tient le civil en état are scrutinised from a children’s rights perspective. |
Article |
|
Journal | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Issue 1 2019 |
Authors | Thomas Jacobus de Jong |
Abstract |
In deze bijdrage staat de activiteit van bewijzen in strafzaken centraal. Betoogd wordt dat de vigerende rationalistische opvatting van strafrechtelijk bewijzen eraan voorbij gaat dat het bewijzen zich allereerst voltrekt op een vóór-reflectief niveau. Het primaire blikveld van de mens is namelijk niet het objectiverende kennen, zoals in de rationele bewijstheorieën wordt voorondersteld, maar de praktische relatie tot de wereld. In dit kader wordt eerst de filosofische achtergrond van de rationalistische bewijsopvatting in kaart gebracht, in het bijzonder de invloed van Aristoteles en Descartes. Vervolgens worden de daaruit voortkomende bevindingen aan de hand van ideeën en inzichten die zijn ontleend aan de existentiële fenomenologie kritisch gewaardeerd. Dit leidt tot de uiteenzetting van een hermeneutische opvatting van strafrechtelijk bewijzen. |
Symposium |
Helt de ivoren toren naar links? |
Journal | Res Publica, Issue 2 2018 |
Authors | Pieter Pekelharing, Louise Hoon and Soumia Akachar |
Author's information |
Editorial |
|
Journal | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Issue 2 2017 |
Authors | Anne Ruth Mackor, Jeroen ten Voorde and Pauline Westerman |
Author's information |
Article |
|
Journal | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Issue 2 2017 |
Keywords | rechtsfilosofie, politiek proces, onverdraagzaamheid, Wilders II |
Authors | Bert van Roermund |
AbstractAuthor's information |
Naar aanleiding van het optreden van Paul Cliteur in het Wilders II-proces rijst de vraag hoe de inzet van een rechtsgang zich verhoudt tot de eigen aard van de filosofie. Aan de ene kant vertolkt filosofie precies dat register van waarheid dat in het recht aan de orde is. Aan de andere kant is die vertolking zo oneindig open dat ze strijdt met het gesloten karakter van het recht als een proces dat conflicten moet beëindigen door gezagvolle beslissingen. Socrates’ optreden in zijn eigen proces toont aan: de slechtste dienst die de filosofie het recht kan bewijzen, is het verlengstuk te worden van het positieve recht en zich bij voorbaat beschikbaar te stellen als een vindplaats van argumenten wanneer de juridische argumenten op zijn. De slotparagraaf argumenteert dat Cliteur deze socratische les terzijde legt. Als gevolg daarvan geeft hij een geforceerde lezing van het Felter-arrest en mist hij de kern van het begrip ‘onverdraagzaamheid’. |
Article |
|
Journal | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Issue 2 2017 |
Keywords | empirical legal studies, apologies, procedural justice, humiliation, victim rights |
Authors | Vincent Geeraets and Wouter Veraart |
AbstractAuthor's information |
The central question in this article is whether an empirical-legal approach of victimhood and victim rights could offer a sufficient basis for proposals of legal reform of the legal system. In this article, we choose a normative-critical approach and raise some objections to the way in which part of such research is currently taking place in the Netherlands, on the basis of two examples of research in this field, one dealing with compelled apologies as a possible remedy within civil procedural law and the other with the victim’s right to be heard within the criminal legal procedure. In both cases, we argue, the strong focus on the measurable needs of victims can lead to a relatively instrumental view of the legal system. The legal system must then increasingly be tailored to the wishes and needs of victims. Within this legal-empirical, victim-oriented approach, there is little regard for the general normative principles of our present legal system, in which an equal and respectful treatment of each human being as a free and responsible legal subject is a central value. We argue that results of empirical-legal research should not too easily or too quickly be translated into proposals for legal reform, but first become part of a hermeneutical discussion about norms and legal principles, specific to the normative quality of legal science itself. |
Article |
|
Journal | Family & Law, May 2017 |
Authors | Prof. dr. Corine de Ruiter and Brigitte van Pol Msc |
AbstractAuthor's information |
Ongeveer 20% van de echtscheidingen loopt uit op een zogenaamde conflict- of vechtscheiding. Om deze complexe echtscheidingszaken effectief aan te pakken, dienen professionals in het veld te beschikken over wetenschappelijk onderbouwde kennis over werkzame interventies. Mediation wordt vaak beschouwd als dé oplossing voor conflictscheidingen. Wetenschappelijk onderzoek laat echter een beperkte effectiviteit zien van mediation bij conflictscheidingen. Dit heeft onder andere te maken met de hoge prevalentie (rond 40%) van huiselijk geweld in conflictscheidingsgezinnen. |
Opinion |
|
Journal | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Issue 2 2016 |
Keywords | Geert Wilders, hate speech, freedom of opinion, District Court of The Hague, conviction |
Authors | Jogchum Vrielink |
Author's information |
Article |
|
Journal | Family & Law, September 2015 |
Authors | Mr. dr. Merel Jonker, Rozemarijn van Spaendonck and Mr. dr. Jet Tigchelaar |
AbstractAuthor's information |
In deze bijdrage worden de resultaten gepresenteerd van een uitgebreid jurisprudentieonderzoek naar de wijze waarop religie en cultuur betrokken worden in de overwegingen van de rechter in familierechtelijke beslissingen over kinderen in Nederland. Naast een kwantitatief overzicht van de gepubliceerde jurisprudentie worden de uitspraken inhoudelijk ontsloten en geanalyseerd aan de hand van thema's zoals bloedtransfusies, cultuurverschillen en identiteitsontwikkeling, rituelen (besnijdenis en doop) en schoolkeuze. Bij de analyse wordt onderscheid gemaakt tussen de rechten van het kind en de rechten van ouders, en wordt ingegaan op de vraag welke criteria de rechter hanteert voor de afweging van de rechten van het kind en diens ouders. Ook wordt besproken in hoeverre internationale normen herkenbaar zijn in de overwegingen van de rechter. Uit de 79 rechtszaken waarin de rechter overwegingen wijdt aan religie en cultuur, blijkt dat deze aspecten zowel positieve als negatieve effecten kunnen hebben op het belang van het kind en met name op de identiteitsontwikkeling van het kind. De rechter hanteert hierbij criteria zoals: schade voor de gezondheid van het kind, sociale aansluiting met anderen van dezelfde religieuze of culturele achtergrond, en praktische overwegingen. |
Article |
|
Journal | Family & Law, July 2015 |
Authors | Prof. mr. Lieke Coenraad |
AbstractAuthor's information |
Op 11 februari 2015 heeft het Comité van Ministers van de Raad van Europa de Recommendation on preventing and resolving disputes on child relocation aangenomen. Dit is het eerste Europese instrument over het verhuizen met kinderen na scheiding. De Recommendation heeft een duidelijk tweeledig doel: het voorkomen van conflicten over verhuizingen met kinderen en, indien een conflict is gerezen, het bieden van richtsnoeren voor het oplossen daarvan. In deze bijdrage staan in de eerste plaats de inhoud van de Recommendation en de daarbij gemaakte keuzes centraal. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag wat deze Recommendation kan betekenen voor het Nederlandse recht en de toepassing daarvan in verhuiszaken. In de Recommendation worden enige, naar het oordeel van de auteur verstandige keuzes gemaakt. Zo verdient het stevig inzetten op alternatieve geschiloplossing steun. Daarnaast is de aanbevolen afzonderlijke beoordeling van het belang van het kind, zonder dat dit belang echter de doorslag hoeft te geven, in overeenstemming met vaste rechtspraak van de Hoge Raad in verhuiszaken. Ook het pleidooi voor een neutrale, kind-gecentreerde, casuïstische benadering door de rechter strookt met de wijze waarop Nederlandse rechters tot hun beslissingen in verhuiszaken komen. Specifieke verhuiswetgeving op deze punten, zoals de Recommendation voorstelt, acht de auteur dan ook niet nodig. Wel zou de wettelijke verankering van de in de Recommendation voorgestelde formele notificatieplicht kunnen bijdragen aan het voorkomen van verhuisconflicten. Krachtens deze plicht dient de ouder met een verhuiswens de andere ouder – schriftelijk en binnen een redelijke termijn – te informeren over de voorgenomen verhuizing. Hoewel de verwachtingen van het daadwerkelijke effect van de Recommendation als niet-bindend instrument niet al te hoog gespannen moeten zijn, draagt deze bij aan de erkenning van verhuizing met kinderen als een (hoog)potentieel conflictueuze aangelegenheid. |
Article |
|
Journal | Family & Law, January 2014 |
Authors | Dr. Nathalie Bauduin |
AbstractAuthor's information |
In deze bijdrage wordt nader ingegaan op het erfrechtelijke ‘willekeur’-begrip. Volgens de minister is het niet toegestaan dat een erflater een legaat maakt dat afhankelijk is van de willekeur van een ander. Wanneer is hiervan sprake en hoe zwaar dient aan dit, door de minister uitgesproken, ’willekeurverbod’ getild te worden? Aan de hand van een korte beschouwing van het bepaaldheidsvereiste, de corrigerende rol die de redelijkheid en billijkheid in ons vermogensrecht kan spelen, een analyse van het Duitse § 2065 I BGB, de al dan niet toelaatbaarheid van de potestatieve voorwaarde en een vergelijking met de schenking, kan naar het oordeel van de auteur worden gesteld dat voor erfrechtelijke willekeur niet gauw gevreesd hoeft te worden. |
Article |
|
Journal | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Issue 2 2013 |
Keywords | Oresteia, tragedy, conflict resolution, truth and reconciliation commission, restorative justice |
Authors | Lukas van den Berge |
AbstractAuthor's information |
This article explores the themes of injustice and dehumanization in Aeschylus’ Oresteia and Yael Farber’s Molora, in which the story of the Oresteia is dramatized against the backdrop of post-apartheid South Africa. It is argued that both plays depict wrongdoers and victims alike as social outcasts. Thus, they can both be described with Paul Ricoeur as ‘sketches of a man,’ not being able to live up to their full human potential. Borrowing from Ricoeur’s legal philosophy, it is then explained how public trials and hearings help them to reintegrate into society, in which they can regain their full humanity. |
Article |
|
Journal | Family & Law, December 2012 |
Authors | Mr. Hans ter Haar |
AbstractAuthor's information |
In deze bijdrage wordt op experimentele wijze gezocht naar een antwoord op de vraag wat de rechtvaardiging is van de beperking van de handelingsbekwaamheid van de minderjarige en het het bewind over zijn vermogen. Bij wijze van experiment wordt een fictieve regeling in het leven geroepen, het zogenaamde tachtigplusbewind. Op grond van deze regeling wordt eenieder die de tachtigjarige leeftijd passeert van rechtswege beperkt in zijn handelingsbekwaamheid en verliest hij het bewind over zijn vermogen. Vervolgens wordt de vraag gesteld waarom een dergelijk tachtigplusbewind niet wenselijk is en de bescherminsgmaatregelen die minderjarigen treffen wel. Deze bijdrage is een onderdeel van een breder dissertatieonderzoek met als titel 'Minderjarigen en (de zorg voor hun) vermogen.' |
Essay |
De dood van Khadaffi |
Journal | Res Publica, Issue 4 2012 |
Authors | Jorg Kustermans |
Author's information |
Miscellaneous |
|
Journal | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Issue 1 2012 |
Authors | Anne Ruth Mackor |
Author's information |
Research Note |
Big Brother Watching? Toezicht van de Europese Commissie op de implementatie van EU-richtlijnen in de lidstaten |
Journal | Res Publica, Issue 3 2011 |
Authors | Bernard Steunenberg |
Author's information |
Book Review |
|
Journal | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Issue 2 2010 |
Authors | Martin Buijsen |
AbstractAuthor's information |
Martin Buijsen’s book review of B.C. van Beers, Persoon en lichaam in het recht. Menselijke waardigheid en zelfbeschikking in het tijdperk van de medische biotechnologie |
Essay |
Naar een nieuw malgoverno? |
Journal | Res Publica, Issue 1 2009 |
Authors | Steven Van Hecke and Wim Heylen |
Author's information |
Symposium |
Schrijven is blijven of toch maar publish or perish?Wetenschappelijk publiceren in het Nederlands |
Journal | Res Publica, Issue 2 2008 |
Authors | Stefaan Walgrave, Hans Oversloot and Patrick Stouthuysen |